Esperanto
FEL, waar de Esperantobeweging beweegt!
Contacteer ons Contacteer ons
Zoek op de Esperanto-webstek

Ontwerp van taalpolitiek voor de Europese Unie

1. Elke Europese burger leert zijn nationale - en eventueel zijn regionale taal - in de familie en op school.

2. Tijdens de laatste jaren van de lagere school leert elk kind de neutrale internationale taal Esperanto.

3. Vanaf het eerste jaar van het middelbaar onderwijs zetten de leerlingen de studie van hun eigen nationale en van de Internationale Taal voort.

Daarenboven leren de taalkundig begaafde leerlingen die gemotiveerd zijn en dit verlangen, andere vreemde talen.

4. In het hoger onderwijs, universitair of dergelijk, kunnen de studenten zich specialiseren in de taal of talen die zij verkiezen.

Commentaar

1. De eigen (nationale of regionale) taal is een niet-vervangbaar instrument van de geest en de cultuur en daarom moet zij in ieder land de volle aandacht genieten. Indien die taal de nationale is, moeten eventueel ook de regionale talen op school worden onderwezen, opdat zij hun plaats zouden bewaren in het cultuurpatrimonium van elke streek.

2. Het onderricht in de Internationale Taal Esperanto is in de lagere school op de volgende overwegingen gebaseerd:

a) Deze taal legt de basis van een uitstekende inleiding en voorbereiding op de studie van andere talen, inbegrepen de eigen moedertaal. Vele pedagogische experimenten bewijzen reeds deze propedeutische waarde.

b) Omwille van die kwaliteiten helpt Esperanto bij het opsporen van de kinderen die begaafd zijn in het aanleren van talen, en dit vergemakkelijkt de latere keuze in het middelbaar onderwijs.

c) Dank zij de linguïstische kwaliteiten van het Esperanto (regelmaat, eenvoud in de spraakkunst en fonetische spelling) slagen zelfs minderbegaafde kinderen erin de taal voldoende te beheersen, actief en passief, en haar zonder veel problemen in praktijk te brengen. En dit vormt een echte basis voor universele communicatie, gemeenschappelijk aan alle mensen.

d) Na een niet te aanzienlijk aantal uren studie zijn de leerlingen in staat om, op basis van gelijkheid, te communiceren met de leerlingen uit andere landen. Dit schept een werkelijk Europese geest van gelijkheid in de verscheidenheid.

3. In het huidig systeem worden de kinderen, begaafd of niet, gemotiveerd of niet, verplicht één of verschillende vreemde talen te leren. Dit verklaart grotendeels de absoluut onvoldoende resultaten, waarover alle onbevooroordeelde waarnemers klagen. Laat ons de kinderen de vrijheid geven om volgens hun bekwaamheid of motivatie één of verschillende vreemde talen te leren.

Voor de interetnische communicatie beschikken zij over een compleet instrument, relatief gemakkelijk, neutraal en universeel: de Internationale Taal Esperanto.

Homogener klassen zullen de schoolresultaten verbeteren en het werk van de taalleraars veraangenamen.

Deze oplossing is realistisch en democratisch. Inderdaad beschikt iedere burger, zelfs de minst begaafde, over een compleet en relatief gemakkelijk universeel communicatiemiddel.

Dit zal aan de taalkundig getalenteerde mensen de mogelijkheid bieden om in de taal van hun keuze te communiceren.

4. In de supranationale Europese organisaties zouden de leden de taal kunnen gebruiken die ze verkiezen. Alle interventies zouden door middel van de Internationale Taal in alle talen van de Unie worden vertaald, want het is allernoodzakelijkst dat de burgers kennis nemen van alle officiële documenten in hun eigen taal.

Opmerking: het gaat om een tussenoplossing, zelfs van langere duur, die een grondig onderzoek moet mogelijk maken voor het vaststellen van de regels aangaande het gebruik van de internationale en nationale talen. Het gaat hier niet om een opdringen van het Esperanto als het enige communicatiemiddel, maar om zijn gebruik als hulptaal om het aantal vertalingen en interpretaties te beperken.

5. De idee om een etnische taal als supranationaal communicatiemiddel te promoten zou die Europeanen bevoordelen, waarvan zij de voertaal is. En dat zou regelrecht ingaan tegen het elementaire recht voor alle andere burgers. In de schoot van de Unie moet men absoluut vermijden een cultuur-linguïstische discriminatie te bevorderen, welke automatisch zou voortspruiten uit een stelselmatige begunstiging van één of verscheidene nationale talen.

Besluit

Het is evident dat deze schets van taalpolitiek voor verbetering vatbaar is. Ze weze het onderwerp van grondige studies en onderzoekingen. Ze heeft echter het voordeel nieuwe horizonten open te stellen, op voorwaarde dat men vaarwel zegt aan alle emotionele en onredelijke vooroordelen welke te overvloede ten opzichte van het Esperanto bestaan.

Edward Symoens

Laatste aanpassing van deze bladzijde: 09-05-2020