Esperanto
FEL, waar de Esperantobeweging beweegt!
Contacteer ons Contacteer ons
Zoek op de Esperanto-webstek

Catalaans


Vijfde artikel uit de reeks over 'minderheidstalen' in Europa, uit Horizon-taal nr 240, november-december 2009.


In de vorige bijdrage over de kleinere talen hebben we het gehad over het Occitaans en het Arpitaans. In deze bijdrage zullen we een "zustertaal" onder de loep nemen, het Catalaans. Het Catalaans en het Occitaans hebben een nauwe verwantschap en waren ooit één taal, maar al in de middeleeuwen begonnen verschillende takken uit elkaar te groeien (zie vorig nummer van Horizontaal). De noordelijke tak werd de 'Oc-taal', de zuidelijke tak kreeg onder invloed van andere buurtalen (onder andere het Castilliaans) een eigen karakter en werd het Catalaans, in verschillende varianten. Taalkundig gezien zou men echter ook kunnen spreken van een zogenaamd dialectencontinuüm, waar overigens ook Ligurische dialecten in noordelijk Italië bij gerekend kunnen worden.

Situering

Het Catalaans wordt, buiten de Spaanse regio Catalonië zelf, ook gesproken in de regio Valencia, in oostelijk Aragon en op de Balearen. In Frankrijk is er een Catalaanstalige gemeenschap in Roussillon en ook in de stad Alghero op Sardinië is een Catalaanse gemeenschap. De kleine staat Andorra in de Pyrenneeën hanteert het Catalaans als officiële taal. In totaal kennen naar schatting tien miljoen mensen het, iets meer dan de helft daarvan heeft deze taal als moedertaal. Daarmee is de taal eigenlijk geen 'kleine taal' meer (vergelijk bijvoorbeeld met het Deens, zes miljoen). Politiek gezien werd Catalaans lange tijd wel als een minderheidstaal behandeld.

Het Catalaans is, net als de andere Romaanse talen, ontstaan uit het Volkslatijn dat zich vanaf de Romeinse tijd over grote gebieden verspreidde. Voor de romanisering van het Iberische schiereiland en wat nu Frankrijk is werden deze gebieden bewoond door Kelten en door pre-indo Europese volkeren die waarschijnlijk aan de Basken verwant waren. Deze talen hebben dan ook een zekere invloed uitgeoefend op het Volkslatijn. De Romaanse talen in deze regio kan men opdelen in twee grote families, de Ibero-Romaanse en de Gallo-Romaanse. De eerste omvat onder meer  het Spaans en het Portugees, de tweede omvat de Oïl talen en de Oc talen (zie vorige Horizontaal). De Occitaans-Catalaanse regio (zie ook vorig nummer van Horizontaal) lag in de vroege middeleeuwen tussen de twee in. In oorsprong waren het Occitaans en het Catalaans Gallo-Romaanse talen, maar deze laatste heeft een sterke invloed gehad van het Castilliaans, waardoor het soms wel eens tot de Ibero-Romaanse talengroep wordt gerekend.

Het vroegst bekende geschreven Catalaans dateert van de negende eeuw. Catalaans werd en wordt geschreven in Het Latijnse alfabet, maar er werden in de middeleeuwen ook teksten geschreven in het "català aljamiat", een verzameling joods-Catalaanse geschriften, waarbij het Catalaans in Hebreeuws schrift werd opgesteld. Een eerste grote bloei kende  het Catalaans van de dertiende tot de vijftiende eeuw, toen schrijvers en dichters in de volkstaal begonnen te schrijven in plaats van het klassieke Latijn. Vooral in de gloriedagen van Valencia in de 15de eeuw kende de taal, of toch de toenmalige Valenciaanse variant, ook een groot cultureel aanzien.  In 1469 kwam door een koninklijk huwelijk het toenmalige Aragon rechtstreeks onder het gezag van Castillië. Vanaf dan begint de elite in Catalonië de taal van de nieuwe heersers over te nemen. Toen Castillië ook een koloniale grootmacht werd nam het Spaans de dominante rol compleet over van het Catalaans, deze werd in 1714 zelfs simpelweg verboden (in Roussillon, Frankrijk, gebeurde dat eerder al, in 1700 door koning Lodewijk de 14de). In de negentiende eeuw komt een Catalaanse cultuurbeweging op gang, de "renaixença" of wedergeboorte. Deze beweging kent een evolutie vergelijkbaar met veel andere soortgelijke bewegingen in Europa: eerst als louter cultuur- en folklorebeweging, gaandeweg krijgt de renaixença meer een sociaal en politiek karakter.  In 1931, tijdens de Tweede Republiek in Spanje, kreeg Catalonië autonomie en werd de taal een officiële taal. Onder het regime van Franco werd ze weer onderdrukt. Tot halfweg de jaren zeventig was het gebruik van andere talen dan Spaans verboden in de officiële staatsaangelegenheden en het onderwijs. Tegen het einde van het Francotijdperk aan werden 'brave' culturele en folkloristische uitingen weer schoorvoetend toegelaten in bijvoorbeeld het theater. Vanaf de jaren tachtig tenslotte kon de taal weer deelnemen aan het officiële leven.

Varianten

Algemeen worden de Catalaanse taalvarianten verdeeld in twee grote groepen, Oost- en West-Catalaans. In de eerste groep zitten dan weer de subdialecten Noord-Catalaans (in de regio Rousillon), Centraal-Catalaans (de meest verspreide variant in de Spaanse Autonome Regio Catalonië zelf) en de variant op de Balearen. Op Sardinië wordt ook een Oost-Catalaans dialect gesproken, het Algherees. Het West-Catalaans omvat de dialecten Noordwest-Catalaans, Valenciaans en Ebrenc. Noordwest wordt gesproken in het westen van Catalonië, in Franja de Ponent in Aragón en in Andorra. Valenciaans in Valencia en de grensstreek van Murcia. Het Ebrenc geldt tenslotte als een overgangsdialect tussen het Noordwest-Catalaans en Valenciaans. De scheiding tussen Oost- en West-Catalaans is zoals altijd bij dialecten het geval is, niet precies vast te stellen. Zo kent het Catalaans van het eiland Ibiza toch een aantal trekken van het Valenciaans. De grote dialecten tellen elk nog verschillende subdialecten.

Modern "standaard" Catalaans is het resultaat van een normalisering die begon bij Pompeu Fabra, die de schrijfwijze vastlegde. Deze in 1868 in Barcelona geboren ingenieur bestudeerde in zijn vrije tijd de Catalaanse taal en richtte een groep op genaamd " L'Avenç"  (vooruitgang), die zich toelegde op het normaliseren van de taal. In 1912 publiceerde hij ook het eerste belangrijke boek over de Catalaanse grammatica. Het Institut d'Estudis Catalans (http://www.iec.cat , vergelijkbaar met de Taalunie of de Académie française) hanteert het Centraal-Catalaans, de minst 'verspaanste' vorm, als referentie voor het Standaardcatalaans en maakt daarbij gebruik van de spelling die Fabra opstelde. Het Valenciaans aan de andere kant wordt gereguleerd door de Acadèmia Valenciana de la Llengua (http://www.avl.gva.es ) en gaat uit van de "normes de castelló", die hoewel gebaseerd op de norm van Fabra meer aangepast is aan de westelijke, Valenciaanse idiomen.  Deze twee standaarden liggen eigenlijk dicht genoeg bij elkaar om onderling verstaan te worden, vergelijkbaar bijvoorbeeld met het Nederlands van Vlaanderen en dat van Nederland, of het Engels van Engeland en Amerika. Men kan de Catalaanse taal ook zien als een "multi-centrische" taal, een taal die meerdere standaarden en dominante dialecten kent. De keuze om voor twee verschillende oficiële normen te gaan was vooral een politieke keuze.  De Acadèmia Valenciana stelt overigens zelf dat Valenciaans en Catalaans twee namen zijn voor een zelfde taal. Toch zijn er regelmatig discussies over het taalkundig statuut van Valenciaans, maar die discussies hebben steeds een politiek karakter waarbij de taal de inzet is van polemiek tussen Spaansgezinden en Catalaansgezinden. Een voorbeeld waar dat soms toe kan leiden is de vertaling van het "Verdrag tot vaststelling van een Grondwet voor Europa" in 2004. Naast Spaans en Baskisch verzorgde de regering ook een officiële vertaling in Catalaans én Valenciaans. Deze twee laatsten waren echter zo goed als identiek.

Deze zomer startte ook een campagne van de platform-organisatie "Acció Cultural del País Valencià (ACPV)" (http://www.acpv.cat) om de Catalaanstalige zender TV3 ook in Valencia op antenne te krijgen.

Status vandaag

Als gevolg van een eeuwenlange taalpolitiek ten voordele van Spaans en Frans is het Catalaans er sociologisch gezien sterk op achteruit gegaan. Vanaf het midden van de jaren '70 kreeg het Catalaans weer een erkenning, maar de impact van de taalpolitiek was dan al groot, meerdere generaties moesten naar school in het Spaans of het Frans. Daardoor bestaat er nu tweetaligheid over heel het Catalaanse taalgebied. Zeker vanaf de jaren negentig begonnen de autonome regios van Catalonië, Valencia en de Balearen en hun overheden een taalpolitiek uit te stippelen die het Catalaans weer moest bevorderen.  Van alle "minderheidstalen" staat Catalaans er wat betreft politiek statuut nu zowat het beste voor. Het is een officiële bestuurs- en onderwijstaal en kent veel media die zich van deze taal bedienen. Er zijn heel wat media beschikbaar in de taal, zoals verschillende dagbladen (bijvoorbeeld http://www.avui.cat/) en ook televisiezenders zoalsTelevisió de Catalunya (TVC, http://www.tv3.cat/). In Valencia is er onder meer canal 9. Ook zijn er lokaal heel wat radio- en televisiestations. Voor het onderwijs in de lagere en middelbare niveaus geldt Catalaans als eerste taal, het Castilliaans pas als tweede. Ook de universiteiten zijn grotendeels Catalaanstalig. Catalaans heeft ook een officiële erkenning op niveau van de EU. In juli dit jaar besliste de Europese commissie overigens dat het Erasmusprogramma (een Europees uitwisselingsproject dat studenten de kans geeft in het buitenland te gaan studeren) voortaan ook intensieve taalcursussen in Catalaans, Galicisch en Baskisch zal inrichten. 

Catalaans staat uiteraard het sterkst in de Autonome Regio Catalonië zelf. In het noorden, Perpinyà/Perpignan in Frankrijk, is er een langzame verbetering (bijvoorbeeld met tweetalige borden in de straten). Volgens een onderzoek van het "Institut d'Estadística de Catalunya" (instituut van de statistiek) uit 2008 heeft in de regio Catalonië ongeveer 31,6 procent van de bevolking het Catalaans als moedertaal, 55 procent het Castilliaans en 3,8 procent is van thuis uit tweetalig. Zowat alle Catalaanstaligen kennen ook Castilliaans van op school. Het Catalaans als moedertaal is de afgelopen jaren wel blijven zakken, het aantal tweetaligen neemt dan weer toe. In absolute cijfers neemt de kennis van het Catalaans, zowel schriftelijk als gesproken, toe. De totale bevolking in Catalonië groeit wel sterker dan het aantal gebruikers, zodat relatief gezien de taal er slecht uit komt. Het gros van de bevolkingstoename is toe te rekenen aan immigratie uit andere delen van Spanje. Dezelfde problematiek bestaat ook op de Balearen.
In de regio Valencia gaat de verspaansing sneller. Het Valenciaans is zo goed als verdwenen in grote steden als Alicante en Valencia. Op het platteland blijven er nog restanten over, maar het Valenciaans werd steeds beschouwd als een informele taal, zoals de "patois" in Frankrijk, enkel voor gebruik binnenskamers.
In Frans-Catalonië tenslotte is de achteruitgang van de taal nog het grootst. De regio Languedoc-Rousillon is, zoals de naam zegt, een eerder arbitrair samenraapsel van verschillende voormalige provincies waar Frans, Occitaans, Ligurisch en Catalaans werd gesproken. Een statuur voor de regionale talen was er volledig afwezig tot 2007, toen de conseil général des Pyrénées-Orientales het Catalaans van Perpignan erkende als een streektaal. Deze erkenning impliceert echter geen concrete verplichtingen vanwege de overheid ten voordele van de taal. Vooral lokale overheden en gemeenten verzorgen zaken als tweetalige straatnaamborden.

Officieel

Het Catalaanse taalgebied is verspreid over vier verschillende staten (Spanje, Frankrijk, Italië en Andorra) en dat maakt het moeilijker om een coherent beleid ten voordele van deze taal te voeren. In Spanje is dit taalgebied ook nog eens verdeeld over drie "autonome regios": Catalonië, Valencia en de Balearen. Spaans is de eerste taal van het hele land, maar de grondwet en de verschillende regionale autonomiestatuten verlenen andere talen een bijkomende rol. De regio Catalonië spreekt in het autonomiestatuut over het Catalaans, de regio Valencia over Valenciaans (l'idioma valencià com a llengua pròpia). Interessant is wat het in 2006 goedgekeurde vernieuwde autonomiestatuut van Catalonië staat. Het estatut d'autonomia is in volledige versie te vinden op http://www.gencat.cat/generalitat/cat/estatut/. Dit document werd bij een referendum goedgekeurd, maar kende wel heel wat tegenkanting. Uiteraard bij de Spaansgezinden, die in de extra autonomie en de nieuwe taalrechten een aanval op de Spaanse eenheid zagen, maar ook bij Catalanisten die het statuut een gemiste kans vonden omdat het niet ver genoeg ging. Het statuut van Catalonië erkent Catalaans als officiële voertaal én verkiest deze ook in de officiële en ambtelijke aangelegenheden, hoewel Spaans wel een coöfficiële taal blijft zoals het in de Spaanse grondwet staat. Ook een officiële positie in de Europese Unie wordt verdedigd.

Het statuut zegt onder meer in artikel 6, eerste paragraaf:

"La llengua pròpia de Catalunya és el català. Com a tal, el català és la llengua d'ús normal i preferent de les administracions públiques i dels mitjans de comunicació públics de Catalunya, i és també la llengua normalment emprada com a vehicular i d'aprenentatge en l'ensenyament." Vrij vertaald: ?de taal eigen aan Catalonië is het catalaans. Zodoende is het catalaans de voorkeurstaal in de openbare administratie en de media, en de normaal gebruikte taal in het onderwijs." Dat niet iedereen in Spanje even blij is met deze taalregeling zal niet verbazen. Paragraaf twee stelt: "Catalaans is de officiële taal van Catalonië. Het Castilliaans, dat de officiële taal is van de Spaanse staat, is dat ook. Iedereen heeft het recht beide talen te gebruiken en de burgers hebben de plicht ze te kennen." De concrete impact van dit nieuwe taalbeleid is na slechts drie jaar nog niet duidelijk, maar dit zal zeker positief zijn voor het Catalaans. Overigens, paragraaf vijf van dit artikel zegt verder nog: "La llengua occitana, denominada aranès a l'Aran, és la llengua pròpia d'aquest territori i és oficial a Catalunya", of vertaald: "Het occitaans, Aranees genoemd in de regio Vall d'Aran, is eigen aan dit gebied en is officieel in Catalonië". Artikel elf is specifiek gewijd aan Aran en geeft deze Occitaanse streek eigen instellingen (zie ook het vorige Horizontaalnummer).

Catalaans is de officiële voertaal in de kleine staat Andorra.

Kenmerken

Catalaans staat dichter bij het Latijn dan Castilliaans, of Frans. Waar in de twee andere talen de 'o' bijvoorbeeld gediftongeerd werd (het Franse "oi" of het Spaanse "ue"), bleef die in Catalaans "o": La porta (de deur), el bosc (het bos). De woordenschat van het Catalaans ligt ook dichter bij Italiaans.

Catalaans heeft wel een klankverschuiving gekend die we ook in Spaans terugvinden, die van de stemloze 't', 'p' en 'k' klanken naar 'd', 'b' en de Franse 'g' zoals die ook in Frans wordt uitgesproken: capra werd cabra (geit), secur werd segur .

Net als bijvoorbeeld Frans hanteert het geschreven Catalaans accenten op klinkers die een andere uitspraak vereisen. Zo is er een verschil tussen  ó en ò. Ook vergelijkbaar met Frans is het wegvallen van eindklinkers: mur (muur), flor (bloem). Daar tegenover staat dan weer 'lluna' (fr. Lune, waarbij de 'e' niet wordt uitgesproken)

Bij de vervoegingen wordt het persoonlijk voornaamwoord niet gebruikt, vergelijkbaar met het Spaans. Het onderwerp zit als het ware in het werkwoord zelf. "Ik ga" wordt vertaald als "vaig" (voy in Spaans, vau in Occitaans). Een andere moeilijkheid voor Nederlandstaligen is dat de vorm gaan (anar) + infinitief, die bij ons een gebeurtenis in de toekomst aan duidt, in Catalaans een gebeurtenis in het verleden aan duidt: va viure is niet 'gaat wonen' maar 'heeft gewoond'.

Catalaans leunt wat woordenschat betreft soms toch dichter bij de Gallo-Romaanse dan de Ibero-Romaanse talen, vergelijk bijvoorbeeld s'il vous plaît (Frans), si us plau (Cat.), se vos plai (Occ.) tegenover por favor (Sp.). Of bijvoorbeeld finestra (cat.) met fenèstra (occitaans), fenêtre (fr.) tegenover ventana (sp.) en janela (port.). Of menjar (cat.) met manjar (occ.), manger (fr.), tegenover comer (esp. en port.), of parlar (cat.) met parlar (occ.), parler (fr.) tegenover hablar (esp.), falar (port.).

Net als in de meeste andere Romaanse talen zijn de acht oorspronkelijke indo-europese naamvallen, waarvan er zes ook in het Latijn nog aanwezig waren, bijna geheel verdwenen, behalve in bijvoorbeeld de persoonlijke voornaamwoorden jo, em, mi (ik, mij, mijn).

Een aantal voorbeelden van Catalaans:

de eenvoudige standaardzinnetjes die je terug vindt in elke reisgids:
Com et dius? (hoe heet jij?)
com estàs? (hoe gaat het?)
mercès (bedankt)
parles català? (spreek je Catalaans?)
bon vespre (goede avond)
on ès el lavabo? (waar is de wc?)

Voor de gevorderden: van Carles Riba (1893-1959), het gedicht "elegia segona":

Súnion! T'evocaré de lluny amb un crit d'alegria,
tu i el teu sol lleial, rei de la mar i del vent:
pel teu record, que em dreça, feliç de sal exaltada,
amb el teu marbre absolut, noble i antic jo com ell.
Temple mutilat, desdenyós de les altres columnes
que en el fons del teu salt, sota l'onada rient,
dormen l'eternitat! Tu vetlles, blanc a l'altura,
pel mariner, que per tu veu ben girat el seu rumb;
per l'embriac del teu nom, que a través de la nua garriga
ve a cercar-te, extrem com la certesa dels déus;
per l'exiliat que entre arbredes fosques t'albira
súbitament, oh precís, oh fantasmal! i coneix
per ta força la força que el salva als cops de fortuna,
ric del que ha donat, i en sa ruïna tan pur.

Wie de taal graag eens wil horen kan via het internet een Catalaanse radio beluisteren: http://www.catradio.cat

K. De Laet


Het volgende artikel in de reeks, over Aragonees, verschijnt weldra op deze webstek.

'De vergeten talen van Europa': eerste artikel in deze reeks.

'De Germaanse talen in de Benelux': tweede artikel in deze reeks.

'De Romaansetalen in de Benelux': derde artikel in deze reeks.

'Occitaans en Arpitaans': vierde artikel in deze reeks.

terug naar de Horizon-taal indexpagina

Laatste aanpassing van deze bladzijde: 09-05-2020